ERVAREN DAT GOD MET ONS LEEFT
- jubileumcongres charismatische vernieuwing -
Kees Slijkerman
Rond het thema 'Eén Heer, één Geest, één Lichaam' werd 3 maart 1998. aan de VU te Amsterdam met een theologisch congres (1) een aantal jubilea gevierd.
jubilea
Het is veertig jaar geleden dat rond het tijdschrift Vuur van ds. W.W. Verhoef een beweging van charismatische vernieuwing binnen de protestantse Kerken in Nederland op gang kwam, met uitdrukkelijke aandacht voor de heilige Geest en de charisma's.
tien jaar later, vlak na Vaticanum II, kwam eenzelfde vernieuwing op gang in de R.K. Kerk. eerst vooral in de Verenigde Staten en vijfentwintig jaar geleden ook in Nederland rond het tijdschrift 'Bouwen aan de Nieuwe Aarde'.
De beweging rond Vuur kreeg vijfentwintig jaar geleden een organisatorisch jasje in de oecumenische Charismatische Werkgemeenschap Nederland (CWN) waarin ook de stichting Bouwen aan de Nieuwe Aarde (BANA) - stichting sinds 1976 - participeert.
De theologische reflexie op deze vernieuwing, die vrijwel alle christelijke kerken raakt, kreeg in de loop van de jaren een steeds hoger niveau en vijf jaar geleden kon daardoor een bijzondere leerstoel 'theologie van de charismatische vernieuwing' aan de VU worden opgericht.
'De charismatische vernieuwing is een kerkelijke beweging geworden', zei tijdens dit congres ds. B. Wallet, de secretaris van de Raad van Deputaten 'Samen op Weg', 'charismatische vernieuwing is voor mij geen apart item als een charismatische beweging naast vele andere bewegingen, maar een integraal deel van mijn werk in de kerk, die tenslotte vanaf de dagen van het Nieuwe Testament charismatisch is.'
bindmiddel
Dat ook in die dagen al de omgang met charisma's niet zonder problemen was, blijkt uit de brieven van Paulus. Het inzicht dat Paulus aan de mensen in Korinte wilde overbrengen, was volgens prof. dr. M. Parmentier , bijzonder hoogleraar in de theologie van de charismatische vernieuwing: 'doe niet alsof je de Geest in pacht hebt, word je bewust dat alles Godsgeschenk is: het terrein van je talenten waar je zelf initiatieven kunt nemen en het terrein van de charisma's waar God initiatieven neemt om je talenten te activeren en waar jij biddend op kunt vooruitlopen of reageren.'
Hij stelde de vraag of het charisma een bindmiddel danwel een splijtzwam is. 'Dat God zijn Geest zendt is als geheel een charisma, een vrij geschenk, een gratis genade. Een bindmiddel tussen God en mens, tussen mensen onderling en binnenin de mens. (…) De kern van charismatisch geloven is: ervaren dat God met ons leeft. God verenigt mensen onderling doordat Hij ze een in de Geest maakt zodat ze Hem lofprijzen en mensen hun hart tot elkaar keren. Dat beleven we in charismatische viering en sharing.'
splijtzwam
'Het charisma kan ook een splijtzwam zijn, wanneer het wordt gebruikt om scheiding te maken.' Dat scheidingsdenken manifesteert zich volgens Parmentier vooral bij fundamentalistische tendenzen. 'In vergelijking met een aantal vrije groepen zijn de kerkelijke charismatische bewegingen CWN en BANA niet of nauwelijks fundamentalistisch, ondanks mogelijke individuele tendenzen in die richting.'
'Kerkelijke charismatische christenen hebben de mogelijkheid een brug te vormen tussen de kerken en de vrije groepen. De kerken zouden hen niet meteen af moeten wijzen als ze met de geestelijke ervaringen die ze hebben opgedaan, wat onverstandig omgaan. Er is bij zowel progressieve als rechtgelovige groepen nog altijd een enorme koudwatervrees voor de charismatische ervaring.'
tegenbeweging
'Wie de betekenis van de charismatische vernieuwing voor het groeien naar eenheid onder alle christenen wil peilen (daar ging het congres namelijk over) moet weten waar de weerstanden en moeilijkheden zitten', zei dr. H. Witte. Hij ging in op de oorzaken van 'het vergeten van de Geest', dat kenmerkend was voor de r.k. theologie in de periode vóór Vaticanum II.
Als eerste oorzaak noemde hij de discussie met té geestdriftige bewegingen. 'Begeestering kan doorslaan. Dan dreigt het gevaar van een subjectievisme dat onvoldoende oog heeft voor de objectieve gegevens in kerk en geloof. Het brengt andersgestemde gelovigen in het nauw - wat een tegenbeweging in gang zet.' Het spanningsveld tussen Geest en orde doet zich volgens Witte - beleidsmedewerker van het Secretariaat van de R.K. Kerk in Nederland - telkens weer voor in de kerkgeschiedenis, o.a. in de strijd om het montanisme op het einde van de 2e eeuw en in het verzet tegen de beginnende Pinksterbeweging in het begin van deze eeuw.
in de leer bij orthodoxen
Als tweede oorzaak van het vergeten van de Geest noemde hij de scheiding tussen Oosters enWesters christendom (1054). Die scheiding is ook een breuk in hun onderlinge communicatie. Dat versterkte het onderling verschil ook op het vlak van waarheidsbeleving en spiritualiteit. 'Het Ooosterse christendom heeft een pneumatische voorsprong [pneuma (Grieks) = geest. Red.] op het westerse. Men kan de vraag stellen of het westerse Geest-tekort niet tot gevolg heeft gehad dat zich juist in het Westen telkens weer bewegingen voordeden - zoals de reformatie en de charismatische vernieuwing - die de kerk wilden hervormen en het Geest-tekort wilden aanvullen (…) De charismatische beweging is niet alleen een onverwachte 'pure genade' voor alle kerken met het oog op het herstel van hun eenheid, zoals Hocken (2) opmerkt.
De beweging is ook een inhaalslag.' Aldus Witte, die opriep tot een levendige communicatie met de orthodoxe traditie.
Aan dit oecumenisch theologisch congres namen ruim tweehonderd mensen deel. Prof. dr. Jan Van der Veken was forumlid. Hij deed heldere, uitdagende uitspraken waarop doorgedacht mag worden:
'Het christendom was in aanvang een charismatische beweging binnen het jodendom.'
'De theologen zouden veel meer serieuze aandacht moeten besteden aan de theologie van het zuiden (zoals onafhankelijke pinkstergroepen in Afrika en Latijns Amerika). Wat meestal wordt afgedan als sekten, beschouw ik als wilde religiositeit die gedoopt moet worden.'
Aan dr. Witte vroeg dr. Van der Veken of de doop in de Geest iets voor liefhebbers is, een keuzemogelijkheid, of iets wezenlijks voor elke christen. Het antwoord van Witte was een boodschap voor iedereen. Hij ziet de doorbraak van de Geest (dat is een kernmoment in waar het bij charismatische vernieuwing om gaat) als een groei in spiritualiteit. 'Je kunt de omstandigheden voor die groei wel zo gunstig mogelijk maken, maar het heeft geen zin om aan de blaadjes te gaan trekken. En de mensen die nog (lang) niet zover gegroeid zijn horen tóch helemaal bij die ene gemeenschap.'
1
De teksten van dit congres verschenen in mei 1998 in het Bulletin voor Charismatische Theologie. Besteladres: Boekhandel 'De Open Poort', Poortstraat 50, 3572 HL Utrecht, tel: 030-271.59.71. Prijs ƒ 10,- excl. porto. Jaarabonnement kost ƒ 15,-.2
Peter Hocken, 'Eén Heer, één Geest, één Lichaam', uitg. Vuur 1994, blz. 99. Aan dit boek ontleende het congres zijn thema.
Uit: Bouwen aan de Nieuwe Aarde, mei 1998