HET AVONDMAAL VAN HET LAM
Een inleiding van dr. Scott Hahn, professor Theologie en Schrift, aan de
Franciscaanse Universiteit van Steubenville.
Inleiding
"Ik spreek toch tot verstandige mensen; vormt uw eigen oordeel over wat ik ga zeggen. Geeft niet de beker der zegening die wij zegenen, gemeenschap (een ‘communio’, een ‘cononea’) met het bloed van Christus? Geeft niet het brood dat wij breken, gemeenschap met het lichaam van Christus? Omdat het brood één is, vormen wij allen tezamen één lichaam, want allen hebben wij deel aan het ene brood." (1 Korintiërs 10,15)
De Eucharistie is de kern van ons katholieke geloof. Jezus Christus sterft, verrijst en heerst in heerlijkheid, om in ons Zijn leven, Zijn dood en Zijn opstanding in glorie opnieuw voort te brengen.
Waarom is Jezus gekomen, wat deed hij, en op welke manier heeft zijn dood een effect op mijn verlossing? Deze vragen houden me al bezig, sinds ik 20 jaar geleden tot bekering kwam in een niet-katholieke omgeving. Ik hoorde het evangelie door mensen van een niet-kerk-gebonden jongerenorganisatie. Jezus veranderde daardoor mijn leven. Door de genade van God gaf ik antwoord op deze roepstem van Christus, om te aanvaarden dat Hij stierf voor mij. Hij stierf voor mijn zonden, Hij leeft voor mij en Hij roept mij, om mezelf aan Hem te geven, zoals Hij zich aan mij gegeven heeft.
Als ‘Bijbel-christen’ keek ik met veel argwaan tegen de katholieke opvatting, dat Jezus echt in levende lijve aanwezig is in het brood op het altaar. 1) De Mis, zo leek het me, was zelfs een soort afgoderij.
Vanuit deze overtuiging ging ik in gesprek met katholieken. Tegelijkertijd bestudeerde ik de Schrift. Waar het mij om ging, was om de Schrift oprecht te begrijpen en te waarderen als Woord van God. En God heeft mij verrast! Deze zoektocht wil ik met jullie delen.
De Schrift deed me besluiten om Katholiek te worden
Het begon op een zondagochtend in Lanesville, Massachusetts (Amerika). Ik luisterde naar een preek van mijn dominee, die tevens mijn leraar Hebreeuws was. Het ging over de dood van Jezus.
"Wetend dat nu alles was volbracht, zei Jezus, opdat de Schrift vervuld zou worden: ‘Ik heb dorst.’ Er stond daar een kruik vol zure wijn. Ze doopten er een spons in, staken die op een hysopstengel en brachten die aan zijn mond. Toen Jezus van de zure wijn genomen had, zei Hij: ‘Het is volbracht.’ Daarop boog Hij het hoofd en gaf de geest." (Johannes 18,28)
Plotseling, temidden van zijn preek, viel een stilte. "Het is volbracht," mijmerde hij na. Je zag aan hem, dat de preek een onverwachte wending zou nemen. "Weten jullie eigenlijk wel, wat Jezus bedoelde toen Hij zei, ‘Het is volbracht’?" Wij hielden even onze adem in. "Ik weet het eigenlijk niet," zei de dominee. "Immers, wat betekent het woordje ‘Het’, toen Jezus uitspraak ‘Het is volbracht’?"
‘Het’ is niet de verlossende dood van Christus
Ik dacht: dat is makkelijk. ‘Het’ betreft de verlossende dood van Christus. En hij zei: "Als je nu denkt, dat ‘het’ de verlossende dood van Christus is, dan vergeet je, dat de verlossingsdaad wordt voltooid door de opstanding van Christus. Paulus zegt immers dat ‘Jezus is verrezen om ons te rechtvaardigen’. Dus, de opstanding uit de dood is even belangrijk. Maar ja, wat betekent ‘Het is volbracht’ dan wel? Ik weet het nog niet. Laten we verder zoeken…"
Dus, ik zocht. Wat me vooral opviel, was dat Jezus stierf juist tijdens de feest van Pesach 2). Dit lijkt ons misschien niet zo belangrijk. Maar voor een Jood was dit zeer belangrijk. Het was namelijk, praktisch gezien, het feest van het nieuwe jaar. Het was de allergrootste religieuze happening op de Joodse kalender, omdat het verwijst naar één van de belangrijkste gebeurtenissen uit het verleden van Israël. Toen Mozes Pesach instelde bij de uittocht uit Egypte, werd Israël geboren – niet slechts als een groepering van twaalf stammen, maar als Gods uitverkoren Volk, een heilige natie, een koninkrijk van priesters.
Maar wat betekende het oorspronkelijke Pesach in het Oude Testament? We kennen het verhaal ongeveer. In die noodlottige nacht, toen de eerstgeboren zonen van de Egyptenaren werden getroffen door een engel des doods. Slechts de Israëlitische families die gehoor hadden gegeven aan de richtlijnen van Mozes werden gespaard. Elke familie moest een onbevlekt mannelijk lam slachten. Zijn bloed moest op de deurposten gestreken worden. Daarna moest de familie het lam roosteren en staande opeten, klaar voor het vertrek uit de slavernij.
Volgens Exodus 12 moest het lam gezond, mannelijk en gaaf zijn. De richtlijnen van Pesach waren zeer gedetailleerd. Mozes schreef zelfs voor welke tak er gebruikt moest worden, om de deurposten met bloed te bestrijken: een hysopstengel.
Het Volk ervoer hierdoor de machtige arm van de Heer, die ingreep om hen te redden. God kocht het Volk vrij uit het slavenhuis, opdat ze ten volle vrij zouden zijn, om Hem toe te behoren. Vanuit de brandende bramstruik zei God tot Mozes: "Ga aan Farao zeggen, ‘Israël is mijn eerstgeborene. Laat Mijn Volk gaan, om Mij te dienen; anders zal ik uw eerstgeboren zonen doden."
Het Verbond was bedoeld om het Volk te bevrijden,
opdat het verbond steeds vernieuwd zou worden
Het grote feest Pesach was pas begonnen met de nacht van bevrijding. Pesach was pas volbracht, toen Mozes met het volk Israël ‘overging’ naar de berg Sinai. Daar vernieuwde Mozes het Verbond tussen God en Zijn Volk. Om dit Verbond gestalte te geven, schonk God het Volk de Wet (Thora). Dit Joodse feest van Pesach is het fundament, waarop alles, wat Jezus tijdens het Laatste Avondmaal én daarna doet, staat.
Wij westerlingen vatten de term ‘Verbond’ op als een soort van contract. Voor de Hebreeën was ‘Verbond’ echter van familiale betekenis. ‘Verbond’ verwees naar een heilig bloed-verwantschap. In de zin van: ‘Mijn leven is van jou, jouw leven is van mij’. In de Schrift zegt God: "Ik zal Uw God zijn, en gij zult Mijn Volk zijn." Het bovengenoemde ‘zal zijn’ en ‘zult zijn’ (vervoegingen van ‘zijn’) hebben een relationele strekking: ‘Mijn familie, Mijn bloedverwanten, Mijn thuis, Mijn kinderen.’
Het Joodse Paasfeest viert dus de overgang uit de slavernij naar een familiale relatie met God. Om het Verbond te bezegelen, gaf God Israël de Tien Geboden. Dit was niet contractueel. Door stipt de Wet te volgen, kon je niet zomaar Gods gunst kopen. Gods Wet was de uitdrukking van Zijn goede wil en Zijn wijsheid. De Wet werd gegeven om Gods kinderen te doen groeien tot geestelijke volwassenheid. De Wet was niet bedoeld om slechts op steen gegrift te zijn. Nee, God wilde, dat Zijn Wet in ons hart gegrift zou zijn, om ons het volle leven te schenken en ons de weg van geluk te doen kennen. Hij schenkt Israël (en ook ons) de Wet, opdat wij zouden groeien tot volledige zelfbeschikking en opdat we uiteindelijk de weg naar God de Vader vinden.
De liturgie van Pesach (de Seder) is in essentie dezelfde gebleven. Het Paasfeest van Mozes en van Jezus en zelfs heden ten dage, volgt vrijwel het zelfde liturgische patroon.
De viering van Pesach heeft een liturgisch patroon
De Pesach-liturgie, waarmee de Seder-maaltijd 3) bedoeld wordt, heeft vier onderdelen. Bij elke onderdeel wordt een kelk wijn genuttigd. Bij het Laatste Avondmaal doet Jezus dit ook.
Het voorbereidende deel van Pesach is de feestelijke zegening. De celebrant, degene die de maaltijd voorzit, spreekt een gebed (kadush) over de eerste kelk uit. Daarna wordt een bord met groene bittere kruiden met daarbij vruchtensaus doorgegeven. Elke deelnemer eet ervan.
Dan volgt het tweede deel van de Pesach-liturgie, daarmee wordt uitgevoerd wat beschreven staat in Exodus hoofdstuk 12. Nu wordt namelijk het verhaal van de Uittocht (Exodus) zelf voorgelezen ten gehore van allen. Daarna mag de jongste deelnemer hierover vragen stellen aan de oudste deelnemer. Vervolgens wordt psalm 113 gezongen, deze wordt genoemd: ‘de kleine Hillel’ 4). Tenslotte wordt door alle deelnemers van de tweede kelk gedronken.
Dan wordt het ongedesemde brood gezegend. Vervolgens wordt het geroosterde lam opgediend met het ongedesemde brood en bittere kruiden. De celebrant spreekt vervolgens een dankgebed uit over de derde kelk. Tenslotte drinken allen van deze kelk.
De oude Pesach-liturgie wordt volbracht met de vierde kelk 5). Er wordt niet meteen uit gedronken. Eerst zingen de deelnemers nog een lang ontroerend lied, dat samengesteld is uit de psalmen 114 tot en met 118. Dit lied heet ‘de grote Hillel’. Dit is het hoogtepunt van Pesach. Allen mogen daarna uit de vierde kelk drinken. Het is volbracht. Het doel van Pesach wordt bereikt. Pesach is namelijk het levende teken, dat er gemeenschap (communio) is tussen God en Zijn Volk en tussen de leden van Zijn Volk onderling.
Sporen van de Pesach-liturgie in de Evangeliën
De Pesach-liturgie is aanwezig in de Evangeliën en ook in de brieven van Paulus. Denk eens terug aan de tekst, waarmee ik begonnen ben. In 1 Korintiërs 10,15 heeft Paulus het over ‘de kelk der zegening die gemeenschap is met het bloed van Christus’. Waar komt deze ‘kelk der zegening’ vandaan? Welnu, deze verwijst naar de derde kelk, waarover Jezus een dankgebed uitsprak en toen aan zijn leerlingen gaf.
Er is ook een ander bewijs. Nadat Jezus de kelk aan zijn leerlingen gaf, gebeurde er iets wat we eigenlijk kunnen verwachten. Volgens Marcus 14,26 werd toen een loflied gezongen. Komt ons dit bekend voor? Na de derde kelk wordt een lied gezongen, namelijk ‘de grote Hillel’.
Maar bij het Laatste Avondmaal gaan Jezus en zijn leerlingen niet door met het drinken van de vierde kelk. In plaats daarvan: "…toen ze een loflied hadden gezongen, gingen ze naar de Olijfberg." Voor een Jood is dit zeer opvallend. Het is alsof een priester de Mis viert (voorgaat) en de Communie overslaat. Als praktiserende katholiek zou je dat ook meteen opvallen.
Bij het Laatste Avondmaal lijkt het hoogtepunt van de Pesach-liturgie overgeslagen te zijn. Jezus onderstreept dit zelfs. In Marcus 14,25, net voordat ze de grote Hillel zingen, zegt Jezus: "Voorwaar, Ik zeg u, Ik zal niet meer drinken van wat de wijnstok voortbrengt tot op de dag, waarop Ik het, nieuw, zal drinken in het Koninkrijk van God." Het lijkt alsof het Jezus’ bedoeling was, om juist niet te drinken wat Hij behoorde te drinken.
Maar waarom eigenlijk? Sommige geleerden kaarten psychologische factoren aan. Omdat Jezus wist, wat er gebeuren zou, verkeerde hij in een staat van geestelijk nood. Een enorme angst drukte op Hem. In Marcus 14,34 zegt Jezus: "Ik ben bedroefd tot stervens toe. Blijft hier en waakt." Dus deze geleerden menen, dat Jezus zo zeer in de war was, dat hij de liturgische richtlijnen gewoon oversloeg / vergat.
Het is echter onwaarschijnlijk dat Jezus de Pesach-liturgie zou onderbreken, nadat Hij uitdrukkelijk zijn bedoeling had uitgesproken, om niets meer te drinken van wat de wijnstok voortbrengt… Nog sterker, Jezus gaat met Zijn volgelingen zelfs door met het zingen van de grote Hillel. Waarom zou Hij zo’n duidelijk uitspraak doen en vervolgens op zo’n ‘verwarde’ manier handelen? Nee. Jezus heeft doelbewust besloten, om uit de bovenzaal (cenakel) te vertrekken en naar de Olijfberg te gaan, zonder van de vierde kelk te drinken.
Want aangekomen in de tuin van Gethsémane 6), bidt Jezus uitgestrekt op de grond drie keer het volgende gebed: "Abba, Papa, als het mogelijk is, laat deze kelk aan mij voorbijgaan. Maar Uw wil geschiede, niet Mijn wil, maar Uw wil." Maar over welke kelk heeft Jezus het nu dan? Wat betekent ‘laat deze kelk aan mij voorbijgaan’? Sommige geleerden menen, dat het hier een profetische beeldspraak betreft, ontleent uit Jesaja 51,17 of Jeremia 25,15: ‘de kelk der gramschap’. Ik meen zelf, dat Jezus het hier over de vierde kelk van de Pesach-liturgie heeft, die hij zo opvallend had overgeslagen tijdens de Laatste Avondmaal.
Jezus is immers zeer duidelijk: "Voorwaar, Ik zeg u, Ik zal niet meer drinken van wat de wijnstok voortbrengt tot op de dag, waarop Ik het, nieuw, zal drinken in het Koninkrijk van God." Dit is, totdat Jezus’ verheerlijking verwezenlijkt wordt, totdat Zijn zending volbracht is. Als we Jezus volgen tijdens zijn Passie, weigert Hij consequent om te drinken. Marcus 15,23 luidt: "Op weg naar Golgotha boden ze Hem wijn gemengd met mirre aan, maar hij weigerde om ervan te drinken." Hij weigerde, want Hij zei: "Ik zal niet meer drinken van wat de wijnstok voortbrengt tot op de dag waarop Ik het, nieuw, zal drinken in het Koninkrijk van God."
Wat betekent dit precies? Wanneer komt het Koninkrijk van God? Wanneer wordt Zijn verheerlijking geopenbaard? De meeste van ons zouden veronderstellen, dat Jezus spreekt over de Parousia, over Zijn tweede komst in heerlijkheid 7).
Het Nieuwe Testament suggereert echter een ander antwoord. Johannes 12 verschaft ons een diep inzicht in wat Jezus eigenlijk bedoelde, toen Hij sprak over Zijn Koninkrijk, Zijn verheerlijking en de diepste oorsprong van Zijn komst op aarde: "Het uur is gekomen, dat de Mensenzoon verheerlijkt wordt. Nu heeft er een oordeel over deze wereld plaats, nu zal de vorst dezer wereld worden buiten geworpen; en wanneer Ik van de aarde zal zijn omhoog geheven, zal Ik allen tot Mij trekken."
Waar heeft Jezus het over? "Het uur is gekomen, dat de Mensenzoon verheerlijkt wordt." Het lijkt erop, dat Jezus duidt op het einde der tijden, wanneer de Mensenzoon terug zal komen op de wolken. En: "Nu heeft er een oordeel over deze wereld plaats, nu zal de vorst dezer wereld worden buiten geworpen." Dat lijkt op de verwerping van Satan en de vergrendeling van de deuren van de hel. "En wanneer Ik van de aarde zal zijn omhoog geheven, zal Ik allen tot Mij trekken." Misschien duidt dit op Christus, die de uitverkorenen samenbrengt om ze naar de hemel te brengen.
Maar dit is niet Jezus’ bedoeling. Johannes spreekt duidelijk taal: "Hiermee duidde Hij aan, welke dood Hij zou sterven." (vers 33) Johannes schenkt ons een diepgaand geestelijk inzicht. Wij denken dikwijls, dat het koninkrijk van Jezus vooral een lichamelijke en zichtbare werkelijkheid is. Echter, de heerlijkheid van het Koninkrijk is de waarheid en liefde die Jezus manifesteerde op het Kruis. Jezus begreep, dat tijdens die schandalige, mensonterende kruisiging, voor de eerste keer in de geschiedenis, de grootste openbaring van de liefde van God zichtbaar en toegankelijk werd voor heel de aarde.
De betekenis van ‘Het is volbracht’ bij Johannes
Johannes laat ons de ware betekenis van het koningschap van Jezus zien, die geopenbaard wordt op het Kruis. Pilatus, als een doorgewinterd politicus, vraagt Jezus: "Wat is waarheid?" Immers, denkt hij, als de macht van Rome achter je staat, maakt de waarheid niet zo veel meer uit. Op het Kruis echter, openbaart Jezus Zijn Koninkrijk van waarheid, barmhartigheid en liefde. Het is geen politiek spel, noch een gewelddadige militaire strategie. Het is van eeuwige duur. Wat voor een koning is Jezus?
Ten eerste laat Johannes ons de ware betekenis van het koningschap van Jezus zien. Pilatus gedraagt zich daarbij als een cynisch politicus. Na Jezus gekleed te hebben met een purperen mantel, stelt Pilatus vertwijfeld een paar vragen aan Jezus. Wanneer Jezus hem vertelt, dat Hij inderdaad Koning is, en dat Zijn Koninkrijk op de Waarheid gegrondvest is, zegt Pilatus: "Wat is waarheid?" Wat Pilatus betreft, maakt ‘macht’ recht. Wat maakt de waarheid immers uit, als je de kracht van Rome achter je hebt?
Johannes laat ons iets zien in hoofdstuk 19, de verzen 14 en 15. "Het was de voorbereidingsdag voor Pasen, ongeveer het zesde uur. Hij zei tot de Joden: ‘Hier is uw koning.’ Maar zij schreeuwden: ‘Weg, weg met Hem! Kruisig Hem!’" Van alle apostelen was er maar één ooggetuige van dit schouwspel. Johannes was namelijk niet op de vlucht geslagen, zoals de anderen. Het viel hem op, dat Jezus op het zesde uur ter dood werd veroordeeld. Want, volgens de Wet was het zesde uur het aangewezen moment, om te beginnen met het slachten van het Paaslam in de Tempel.
Het was de voorbereidingsdag van Pesach. Het zesde uur was bijna aangebroken. Pilatus bracht Jezus naar buiten en zei tot de Joden: "Aanschouw uw koning." Ze riepen luidkeels uit: "Weg met Hem, weg met Hem! Kruisig Hem!" Toen viel het Johannes op wanneer dit allemaal precies gebeurde. Het zesde uur was aangebroken. Op hetzelfde moment stond in de Tempel de priester op het punt om het Pesach-lam te slachten.
Ten tweede merkte Johannes nog iets anders op. Hij zag dat Jezus werd ontkleed. Hij merkte op, dat Jezus een speciaal kledingstuk droeg, een linnen gewaad zonder zoom. Deze ‘kitome’ droeg Jezus ook op Golgotha. Na Jezus te hebben ontdaan van dit gewaad, speelden de soldaten een kansspel om het te bezitten. Wat is dit eigenlijk voor een gewaad? Het woord ‘kitome’ wordt ook gebruikt voor de officiële tuniek gedragen door de hogepriester bij het offeren in Exodus 28 en Leveticus 16. Als de hogepriester moest offeren, droeg hij slechts dit gewaad. Hij moest zich ontdoen van zijn sierlijke priestergewaden en voor de Heer verschijnen in een eenvoudige ‘kitome’. Jezus doet hetzelfde. Hij, priester en offer tegelijk, draagt de ‘kitome’ net voordat Hij Zich offert op het Kruis.
Jezus Christus is zowel priester als offer. Hij is het Pesach-lam, zoals Johannes de Doper zelf zei: "Zie hier het Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt." Jezus volbrengt elk aspect van het Oudtestamentische Pesach. Maar Hij is ook de priester die offert. Johannes wijst ons daar op.
Johannes ziet nog een derde aspect in het lijdensverhaal van Jezus, dat overeenkomt met het Joodse Pesach. Toen Jezus stierf op het Kruis, leefden de twee rovers naast Hem nog. Om hun dood te versnellen, verbrijzelden de soldaten hun benen, waardoor de rovers niet meer op hun benen konden steunen. Ze konden daardoor niet meer ademen en zijn daardoor gestorven.
De benen van Jezus worden niet verbrijzeld. Dit valt Johannes op. Hij voegt eraan toe: "Om de Schrift in vervulling te doen gaan, zullen ‘zijn beenderen niet verbrijzeld worden.’" Deze tekst komt uit de psalmen. Máár dit vers verwijst ook door naar Exodus 12,46, waarin de opdracht gegeven wordt, om een ongeschonden mannelijk lam zonder gebroken beenderen te nemen, om geofferd te worden tijdens Pesach. De woorden van Johannes de Doper komen zo nog sterker tot hun recht: "Hier is het Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt."
Tenslotte, meldt Johannes de laatste momenten van Jezus op het Kruis: "Jezus, wetend dat alles nu volbracht was, zei: ‘Ik heb dorst.’"
Wat is nu de betekenis van deze woorden? Denk je, dat Jezus al eerder dorst had? Of had Hij zijn dorst vergeten tot op dat moment? Het is duidelijk van niet. Jezus had dorst tijdens zijn gehele lijdensweg. Hij werd niet slechts door pijn gemarteld, maar ook door honger en dorst. Jezus heeft opzettelijk gewacht met het uitspreken van deze woorden. Het kostte Hem zeer veel moeite om deze woorden uit te spreken. Een gekruisigde moest zichzelf namelijk optillen, om te kunnen ademen en dus ook om te kunnen spreken. Hij had haast geen adem meer. Dus, om de Schrift in vervulling te doen gaan, spreekt Jezus in zijn laatste uur de woorden uit: "Ik heb dorst."
Johannes meldt: "Een schaal zure wijn stond er. De soldaten vulden een spons en staken die op een hysopstengel." Ook dit detail valt Johannes op. In de Pesach-wet, beschreven in Exodus 12,22, werd een hysopstengel gebruikt om het bloed van het lam op de deurposten te sprenkelen. Tweeduizend jaar later werd er bij de dood van Jezus ook een hysopstengel gebruikt: "Ze tilden de gevulde spons op met een hysopstengel." En wat doet Jezus? Welnu, wat deed Hij daarvoor, op weg naar Golgotha? Zij boden Hem wijn aan die gemengd werd met mirre, en Hij weigerde ervan te drinken. Hij zei immers: "Ik zal niet van de vruchten van de wijnstok proeven, totdat Ik het weer drink in het Koninkrijk, waar Mijn glorie openbaar zal worden."
Maar op het laatste moment van Zijn leven, drinkt Jezus wel van de zure wijn. "Toen Jezus van de zure wijn genomen had, zei Hij, ‘Tel te lestai’ – ‘Het is volbracht.’ Hij boog Zijn hoofd en gaf de geest."
‘Het is volbracht’ verwijst naar Pesach
Uiteindelijk kreeg ik – Scott – het door. Toen Jezus zei "Het is volbracht," had Hij het over Pasen. Maar niet alleen ‘dit’ Pasen – Jezus’ Pasen – is volbracht, Jezus is zelfs de vervulling van het Verbond, waarvoor het Oudtestamentische Pesach garant stond. Hij is het Lam Gods, geslacht voor de gezinnen van Israël. Maar Hij is ook de eerstgeboren Zoon die geslacht werd onder de Egyptenaren. De dood van Jezus bedekt namelijk zowel Israël als alle ‘Egypten’ van de wereld.
Jezus is zowel slachtoffer als priester, zowel priester als koning. Jezus is Gods eerstgeboren Zoon en het Lam dat geslacht werd voor de zonden van de wereld. Wat was volbracht? Pesach was volbracht. Terwijl Jezus Pesach vierde, onderbrak Hij de gewone ritus 8). Waarom? Omdat Hij niet slechts het Oudtestamentische Pesach aan het vieren was, maar omdat Hij in zijn eigen persoon Pesach was / is. Jezus vervulde tijdens het Laatste Avondmaal in Zichzelf het Oudtestamentische Pesach. En in Jezus is op die avond het Oudtestamentische Pasen overgegaan in een Nieuwtestamentisch Pasen. Het Oude Verbond werd een Nieuw Verbond.
Jezus gebruikt het woord ‘Verbond’ slechts één keer in de Evangeliën. Hij gebruikt het in de bovenkamer, terwijl Hij Pesach vierde, toen Hij de Eucharistie instelde. Toen nam Hij het ongedesemde brood en de derde kelk, de kelk der zegening, ja, het Bloed van het Nieuwe Verbond om Gods nieuwe familie ermee te stichten. Het offer van Jezus op het Kruis transformeert het Oude Verbond tot een Nieuw Verbond, het transformeert het Oud-testamentische Pasen tot het Nieuwtestamentische Pasen: En dit noemen we de Heilige Eucharistie.
Op een dag gaf ik les. Ik vroeg: "Oké, als je de verhouding tussen het Pesach van de bovenkamer en de dood van Jezus op het Kruis inziet, probeer dan maar om de volgende vraag te beantwoorden. Wanneer begon het offer van Jezus?" Een hand ging omhoog. Het was John, een voormalig katholiek. Hij zei: "Professor Hahn, van wat u zegt, is duidelijk, dat het offer van Jezus niet alleen een bloedig offer op het Kruis was, maar ook de voltooiing van het Pesach-offer 9) dat begonnen was in de bovenkamer." "Ja, dat klopt," zei ik. "Tweede vraag. Wanneer eindigt Jezus’ Pesach?" Zijn hand ging weer omhoog. "Het is duidelijk, dat Pesach niet voorbij was, toen Jezus uit de bovenkamer vertrok, want Jezus en zijn leerlingen hadden nog niet uit de vierde kelk gedronken. Dat gebeurde pas, toen Jezus dronk van de zure wijn die Hem werd aangeboden op een hysopstengel net voor zijn dood. Toen Jezus daar zei: "Het is volbracht," had hij het over Pesach. Pesach was volbracht. Klaar. Het was boeiend om dergelijke ontdekkingen te doen samen met mijn studenten. Toen zei ik: "Ik heb geen vragen meer." Toen ging Johns hand weer omhoog. Hij zei: "Beseft u, dat wat u ons nu leert vrijwel gelijk is aan wat er in de Baltimore Catechismus 10) staat?" "Wat is dat?" Zei ik. Toen zei hij, "Ik ben als katholiek geboren en getogen. De religieuze zusters hebben mij toen geleerd, dat het offer van Jezus op het Kruis hetzelfde offer was als het Paasoffer in de bovenkamer." Het zweet brak me uit op mijn voorhoofd. "Ach John, dat is puur toeval," zei ik, waarop hij antwoordde: "Daar ben ik niet zo zeker meer van." "Ik verzeker je van wel," zei ik. "Je hebt de katholieke leer gewoon niet zo goed begrepen." Maanden later besefte ik, dat hij gelijk had. Ik had intussen het antwoord bij de kerkvaders 11) gezocht, en ik had ontdekt, dat zij dezelfde mening over dit onderwerp hadden. Er was toen geen debat over dit onderwerp, geen enkele twist, het was een gegeven.
De redevoering over het Brood des Levens
(Johannes 6)
"Ik ben het brood des levens. Wie naar mij toe komt, krijgt geen honger meer, en wie in Mij gelooft, krijgt nooit meer dorst." […] Intussen waren de Joden aan het morren. […] "Hoe kan Hij ons zijn vlees te eten geven?" […] Jezus antwoordde: […] "Mijn vlees is echt voedsel en Mijn Bloed echte drank. Wie Mijn Vlees eet en Mijn Bloed drinkt, blijft met Mij verbonden en Ik met hem. Zoals Ik leef uit de Vader, de Levende, zo zal ook hij die zich met Mij voedt, leven uit Mij. Dit is het brood dat uit de hemel is neergedaald. Uw voorouders hebben van het manna gegeten en zijn niettemin gestorven. Maar wie zich met dit brood voedt, zal leven in eeuwigheid."
In Johannes 6 vermenigvuldigt Jezus het brood om de 5000 ermee te voeden. Op hetzelfde moment houdt hij zijn redevoering over het Brood des Levens, namelijk, over Zichzelf. Een zeer krachtige toespraak. Maar wanneer gebeurde dit eigenlijk? Vers 4 zegt: "Het was tijdens Pesach." Toeval? Nee. Jezus wist al wat Hij op een toekomstig Pesach zou verrichten. De redevoering over het Brood des Levens geeft de volledige betekenis aan van Jezus’ toekomstige offerdood. Hij is zowel het offerlam als het ongedesemde brood, ja, Hij is broodnodig om Pesach mee te vieren.
Jezus zegt: "Dit is het Brood dat uit de Hemel neerdaalt. Wanneer een mens ervan eet, zal hij niet sterven." Jezus is het Brood voor onze zielen. Jezus voedt ons met Zichzelf, om ons te bevrijden uit de slavernij van ons ‘geestelijke Egypte’. Als Christenen ondergaan wij in Jezus het Pesach van het Oude Testament, namelijk het naar buiten geleid te worden, het bevrijd worden (Exodus) uit de slavernij van de zonde. Jezus leidt ons naar het Beloofde Land, niet slechts van Egypte naar Kanaän, maar door ‘de rivier de Jordaan van de dood’ naar de Hemel, naar het Eeuwige Leven. Dit is wat Jezus’ offer voor ons mogelijk maakt, en om deze weg te kunnen gaan, geeft Jezus ons Zijn Lichaam en Bloed. Hij is ons voedsel voor onderweg.
De Joden klagen / morren over zijn bewering. Zij vinden het schandalig, want wat Jezus beweert, heeft een kannibalistische gevoelswaarde. Het boek Leveticus verbood immers dergelijk praktijken. Maar Jezus verontschuldigt zich niet. Integendeel. Hij benadrukt wat Hij gezegd heeft, in plaats van zijn uitspraak te verslappen! Hij had gemakkelijk kunnen zeggen, dat het slechts om een beeldspraak ging. Als leraar, had Jezus namelijk de morele verplichting, om duidelijk te maken of hij Zijn uitspraak in letterlijke of figuurlijke zin bedoelde. Hij had eenvoudig kunnen zeggen: "Heren, ik bedoel gewoon, dat je Mij in geloof moet ontvangen." Maar nee! Jezus versterkt de schandalige natuur van Zijn opmerking. Hij zegt: "Want Mijn Vlees is werkelijk voedsel en Mijn Bloed werkelijk drank. Hij die van Mijn Vlees eet en mijn Bloed drinkt zal eeuwig leven ontvangen en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag." Overigens, het Griekse werkwoord ‘eten’ dat Jezus gebruikte, heeft een zeer duidelijke plastische bijklank. Het betekent namelijk ‘kauwen’.
Jezus herhaalt het niet één, niet twee, niet drie, maar vier keer. Tegen de kritiek en het gemor in. Hij vond het blijkbaar dusdanig belangrijk. Vergelijk dit met het gesprek met Nicodemus. Jezus zegt, dat het nodig is om wedergeboren te worden. Dit is belangrijk, maar Jezus zegt het slechts één keer. De vraag "Bent u wedergeboren?" horen we vaak van Bijbel-christenen. Het staat centraal voor ze. Wij horen echter onze broeders en zusters van reformatorische of ‘evangelische’ huize niet zeggen: "Heeft u Zijn Vlees gegeten en Zijn Bloed gedronken?" Misschien is dit juist een uitnodiging voor ons, om ons bewust te worden van de enorme genadegave die God ons schenkt in de heilige Eucharistie. Wat een Feest! Met een hoofdletter. Wij, als katholieken, mogen onze vreugde delen met onze vrienden en familie, omdat we uitgenodigd zijn op een Feest, dat tot het einde der tijden duurt en dat zich uitstrekt tot in het Hiernamaals. Een Feest dat ons werkelijk gelukkig maakt en het volle Leven schenkt. Wij mogen vragen aan de mensen om ons heen: "Kom jij ook naar het Feest, waarbij Jezus zijn leven offert om jou te kunnen dienen? Heb jij Zijn Lichaam genuttigd, opdat Hij je op het einde der tijden, zal doen opstaan uit de dood?"
Maar we gaan terug naar Petrus en de andere leerlingen. Ze moeten wel behoorlijk in de war zijn geraakt door de uitspraak van Jezus. Ook tegenwoordig is dit zo. Toen de leerlingen Jezus dit hoorde zeggen, zeiden ze: "Deze taal stuit iemand tegen de borst. Wie kan er naar luisteren?" (Joh. 6,60) Merk op, dat de leerlingen dus niet hebben gezegd: "Goh, ik snap het niet." Nee, ze zeiden eigenlijk: "Dit doet werkelijk pijn aan onze oren. Deze uitspraak is gewoonweg aanstootgevend." En hoe reageerde Jezus hierop? Zij Hij: "Oei! Ik ben te ver gegaan! Dadelijk heb ik geen leerlingen meer over! Ach, jongens, het spijt me, ik bedoelde het niet zo." Elke public relations firma zou tegenwoordig tegen Jezus hebben gezegd: "Gas terug! Ben je gek! Zo verlies je het publiek!" Maar Jezus past de Waarheid niet aan, om de menigte te behagen. Het gevolg? "Toen keerden velen van zijn leerlingen Hem de rug toe en trokken niet langer met Hem mee." Ga je na. Jezus wil benadrukken, dat Hij werkelijk aanwezig is in de Eucharistie. Hij is daar. Het is een geweldig cadeau om in dit mysterie te mogen geloven, ja, het is een geschenk van God. Juist in deze tijd, omdat het zowel nu als in de tijd van Jezus aardse leven niet aan allen besteed is om het te geloven. Velen gingen namelijk weg bij Hem omwille van deze woorden van Hem.
Proef je hoe kwetsbaar Jezus zich maakt? Hij voert geen populariteitsbeleid. De menigte die Hem net daarvoor tot koning wilde verheffen, keert Hem nu hartstochtelijk de rug toe. En Jezus zegt tot Zijn leerlingen: "En jullie, gaan jullie ook weg?" Petrus spreekt dan voor de twaalf overgebleven apostelen: "Naar wie zouden we gaan Heer? Gij hebt woorden van eeuwig leven."
Merk op wat Petrus niet zei. Hij zei niet: "Ach, Jezus, waar maak jij je druk om? Natuurlijk blijven we bij jou. We snappen je perfect. Je leer is toch zoete koek? Glashelder. Jij bent gewoon letterlijk het Brood dat uit het Hemel neerdaalt en dat is het dan. Die anderen zijn te stom om dat niet in te zien." Nee, dit zegt Petrus niet. Petrus zegt voorzichtig: "…naar wie zouden we gaan?" Met andere woorden: "Jezus, luister, we zijn erg in de war. We zouden eigenlijk best op zoek willen gaan naar een andere rabbi. Enige ideeën? Voorstellen? Dit is heel moeilijk voor ons. Maar wij blijven toch bij jou. Jij hebt Woorden van eeuwige leven. Jij bent de Heilige Gods. Daarom blijven we bij jou. We begrijpen het niet, maar we hebben vertrouwen in je."
Conclusie
De werkelijke aanwezigheid van Jezus in de Eucharistie hoort een vuur in ons hart op te wekken, dat ons bezielt om als Rooms-katholieke Christenen te getuigen van Gods bijzondere Liefde voor elke mens. Paus Johannes Paulus II zegt het zelf in een artikel van de officiële Vaticaanse krant. In ‘Bouw de Nieuwe Evangelisatie op de Eucharistie’, schrijft hij:
"Wie in Jezus blijft, deelt Zijn Leven, een Leven bevrijd van de dood. In de Heilige Mis, verkondigen wij deze bevrijding. Alleen Christus is het Levende Brood van eeuwig leven. Voor elke mens is Jezus het Levend Brood, door Zijn Woord en door het kostbare geschenk van Zijn Lichaam en Bloed." Vervolgens citeert de Paus uit Vaticanum II: "De Kerk leeft door de Eucharistie. Zij leeft door de volheid van Jezus’ offer in het sacrament, door de overweldigende inhoud en betekenis van de Eucharistie, die steeds tot uitdrukking gebracht wordt door het Magisterium van de Kerk 12), en die overgeleverd wordt sinds de vroegste tijden tot op heden."
Ik heb geleerd, dat de vroege kerkvaders de werkelijke aanwezigheid van Jezus in de Eucharistie beschouwden als vanzelfsprekend. Zij bevestigen in hun geschriften, dat Jezus niet alleen op het Kruis Zichzelf gaf, maar dat Hij Zich nog voortdurend voor ons blijft geven in het eucharistisch Feestmaal.
Jezus is ons Paaslam. Hij is het gave mannelijke lam dat geslacht werd. Zijn Bloed is al voor ons vergoten. Maar wat nu? Wat moeten wij dan nog? Welnu, we moeten het Lam nuttigen. We moeten Zijn Vlees eten. Stel je voor, dat je terug in Egypte was, 4000 jaar geleden. Het lam is geslacht, het bloed geplengd, en je zegt tegen je moeder: "Ik heb geen zin in lamsvlees. Kun je niet een paar matzoth (matse, -s) koekjes bakken in de vorm van een lam? Dat is toch ook goed?"
En als je stiekem niet van het lam at? Wat gebeurde er dan? Dus, stel je voor, het lam is geslacht, het bloed geplengd, maar je eet het niet. Welnu, de volgende dag is je oudste broer overleden. Want de eerstgeboren zoon van elke familie was pas gered, als je van het lam at. Dus, het lam stierf en zijn bloed werd geplengd juist om gegeten te worden. Niet gegeten? Geen voltooide Pesach. Het volk moest het lam wel eten. Dus, Jezus is gestorven, zijn Bloed is voor ons vergoten, opdat wij Hem eten.
God de Vader deed Zijn Zoon verrijzen uit de dood om ons te voorzien in het eucharistische Gastmaal. De verrezen Christus is het Lam van God. Daarom zegt Paulus in 1 Korintiërs 5: "Christus, ons Pesach, is voor ons geofferd. Daarom…" …daarom wat? Gewoon verder gaan met geloven en dat is het? Dat heb ik van Bijbel-christenen geleerd. Maar dat zegt Paulus niet. Hij zegt: "Christus, ons Pesach, is voor ons geofferd. Daarom, blijf trouw met het vieren van dit Gastmaal." Over welk gastmaal heeft Paulus het? De Heilige Eucharistie.
Paulus beschrijft verder hoe het Paasmaal voortgezet wordt door het ongedesemde brood te nuttigen. Ziet u, het voldoet niet, dat Jezus voor ons gestorven is en dat Zijn Bloed voor ons is vergoten. We moeten een stap verder gaan om het Paasfeest te voltooien. We moeten het Lam (het Brood) eten. De diepste bedoeling van de offerdood van Jezus was, om de gebroken relatie tussen God en de mensen te herstellen en mensen onderling met elkaar te verzoenen. Jezus gaf daarom Zichzelf en blijft Zichzelf geven, opdat we één zouden mogen zijn en deel zouden mogen uitmaken van Zijn Leven. Dit is de betekenis van de Eucharistie. Het is het Feest van Gods eigen familie. Daartoe zijn wij geroepen bij elke viering van de Mis / de Eucharistie. Dit is het Goede Nieuws van Christus’ dood en wederopstanding. Hij voltooit Pesach aan het Kruis en reikt ons de derde kelk tijdens elke Mis. Hij roept ons vervolgens op om Hem te volgen door het leven, ons kruis dragend, totdat het uur aanbreekt wanneer wij ook van de vierde kelk zullen drinken.
Het Goede Nieuws is, dat de Zoon van God de Zoon des Mensen geworden is, opdat de mensheid zonen en dochters van God mogen heten.
Ik moedig je aan om een vurig katholiek te zijn met een besmettelijk Geloof! In de Eucharistie worden wij weer geëvangeliseerd. Wij worden opgeroepen tot een nieuwe toewijding aan de Persoon van Jezus Christus. Jezus roept ons op, om ons leven aan Hem over te leveren. Vervolgens vraagt Hij ons, om een Nieuw Leven van Volheid te ontvangen – een leven dat Hij voor ons verworven heeft door Zijn vrijwillige dood en verrijzenis. Amen.
Voetnoten:
1 Dit werd door de heilige Thomas van Aquino theologisch verwoord als ‘transsubstantiatie’ en zo wordt dit grote mysterie in de Kerk nog steeds aangeduid.
2 D.i. het Joodse Paasfeest. In het Hebreeuws dus Pesach, in het Latijn Pascha.
4 Dit betekent ‘lof’. Het komt van ‘Alleluja’, en betekent ‘lof aan God’. ‘Ja’ – van alleluja – verwijst naar YHWH (God).
5 Sommige geleerden menen, dat de vierde kelk in de eerste eeuw de ‘kelk van de voltooiing’ werd genoemd.
10 Een Amerikaanse katholieke catechismus, waarin het mysterie van de heilige Eucharistie wordt uitgelegd.
11 Belangrijke kerkelijke schrijvers uit de eerste eeuwen van Kerk en christendom.
12 Het Magisterium van de Kerk is het leergezag dat in de Kerk wordt uitgeoefend. Het bestaan van dit gezag vinden we al in de Schrift: "Zo dan, broeders, staat vast en houdt u aan de overleveringen, die u door ons, hetzij mondeling, hetzij schriftelijk, geleerd zijn." (2 Thess. 2,15) Hier zien we ook, dat in de Kerk de Traditie bestaat uit mondelinge traditie en schriftelijke traditie, net zoals dit was en is in het Jodendom.
Vertaling: Drs. Paul Scholey (m.m.v. Frank Kamp)
Deze tekst (artikel) van dr. Scott Hann is een ‘samenvattende vertaling in het Nederlands’ van een transcript van een cassette. Scott Hahn heeft deze tekst in het Engels als inleiding uitgesproken in een katholieke parochie. Naar de mening van de vertaler viel Scott Hann in herhalingen, daarom dus een ‘samenvattende’ vertaling, waarin de essentie van de inleiding naar voren wordt gebracht. Voor het volledige verhaal verwijzen we naar het Engelse transcript.
Voor een uitgebreidere behandeling van dit onderwerp door dr. Hahn, verwijzen we naar zijn boek ‘The Lambs Supper – The Mass as Heaven on Earth’. Dit boek is te bestellen via Amazon.com, een grote verzendboekhandel op het internet.
Over dit boek zegt Scott Hahn: "Elke keer als we de Mis vieren, treden we binnen in de hemelse liturgie, die zo krachtig en zo mooi beschreven is in het Boek van de Openbaring. Je zult dit gaan zien, als je het Boek van de Openbaring leest in het licht van de Mis, de Eucharistie." In het boek zelf vertelt Scott, hoe het Boek van de Openbaring pas werkelijk voor hem openging, hoe het pas echt ‘zin’ kreeg, toen hij het boek ging zien in het licht van de Eucharistie en de hemelse liturgie, de Bruiloft van het Lam. Dit is dus een aanrader voor iedereen, maar zeker voor katholieken voor wie het Boek van de Openbaring vaak letterlijk nog een gesloten boek is.
Meer informatie over Scott Hahn en ook meer Engelse transcripts – uitgetypte inleidingen – zijn te vinden op de volgende pagina’s:
--------------
Meer dialoog over Avondmaal-Eucharistie treft u in StuCom 0075 - les 6 van drs. M. Dieperink op http://home.hetnet.nl/~stucom