StuCom0029
Bidden om genezing, of berusten in het kwaad?
Inleiding van de arts Koos de Geest, vanuit de Broederschap van Pinkstergemeenten in Nederland (BPG), 14 juni 2000 te Lunteren, tijdens de derde dialoogdag tussen rooms-katholieken en vertegenwoordigers van de BPG.
De Heidelbergse catechismus leert, dat God ons goed en kwaad beschikt, maar altijd voor ons bestwil. "Gezondheid en krankheid" komen "niet bij geval, maar van Zijn Vaderlijke hand ons toe". (1)
De pinkster- en charismatische beweging heeft zich verzet tegen het idee dat God de veroorzaker is van alle ziekte (2). Sommige stromingen binnen de Pinksterbeweging zijn nog een stap verder gegaan. Zij redeneerden als volgt: "God is Goed. Van God komt geen ziekte. Het is de duivel die ons ziek maakt en niet God". Sommigen gingen daarin zo ver, dat ze elke ziekte als manifestatie van demonen beschouwden en spraken van de demon van kanker, de demon van staar enzovoorts (3). Tegen deze duivelse ziektemachten moet je strijden.
Ik geloof niet dat dit "demonologisch ziektebegrip" bijbels is. Het zijn in de bijbel bijna alleen de synoptische Evangeliën en Handelingen, die spreken over demonen die ziekte veroorzaken. Bijvoorbeeld epilepsie, psychische aandoeningen, zintuiglijke stoornissen, koorts en een kromme rug. In deze boeken is heel duidelijk, dat niet iedere ziekte het gevolg is van demonen. Markus 6:13 En zij dreven vele boze geesten uit en zalfden vele zieken met olie en genazen hen
Ons lichaam en de rest van de schepping zitten zo in elkaar, dat het onontkoombaar is dat we ziek worden en te zijner tijd ergens dood aan gaan. Daar is de duivel niet voor nodig.
Onvolmaaktheid, sterfelijkheid en dood zijn in ons lichaam ingebouwd.
Theologie die alle ziekte als iets bovennatuurlijks, afkomstig van God of duivel beschouwt, sluit niet aan bij de aard van de schepping en het menselijk bestaan. (4) De theologie die hier veel meer bij past is die van schepping en zondeval. Na de zondeval is de aarde vervloekt omwille van de mens, die zelf sinds de zondeval de dood in zijn lichaam meedraagt. In deze wereld is het onontkoombaar dat mensen, net als planten en dieren, ziek worden en dood gaan.
Dikwijls is in Pinksteren gesteld dat een christen niet ziek hoefde te zijn. En als hij al ziek was, dan genas God altijd.
Deze opvatting werd rechtstreeks afgeleid van de leerstelling, dat genezing is besloten in de verzoening.
"Goddelijke genezing is een belangrijk deel van het Evangelie. De genezing van ziekten en de bevrijding uit de macht van satan wordt verkregen door de verzoening en is het voorrecht van alle gelovigen". (5)
Chronisch zieken hadden in onze beweging dikwijls een extra probleem. Naast hun ziekte zaten ze vaak met vragen die werden ingegeven door de theologie van genezing in de verzoening. Waarom getuigen zo velen van wonderbaarlijke genezing en blijf ik ziek?
Soms waren de antwoorden, die medegelovigen bedachten om de theologie te redden, ronduit kwetsend voor de zieke.
Voor Osborn (althans de Osborn uit de jaren vijftig) was de vraag, wat er nodig was voor genezing eenvoudig te beantwoorden: geloof! Je moet geloven dat je zult genezen, neen, je moet geloven dat je genezen bent! (6) Als je ziek bent, heb je te weinig geloof. Later werd dit door anderen genuanceerd: geloof moest je gegeven worden (7). Of ook: niet het geloof van de zieke zelf, maar het geloof van degene die met hem bidt is bepalend, want het gelovig gebed zal de lijder gezond maken…..
In een toelichting op de "fundamentele waarheden" van de Broederschap van Pinkstergemeenten uit 1992 wordt een veel genuanceerder houding aangenomen. Dit boekje bespreekt het leerstuk van genezing in de verzoening en stelt dan vast dat we moeten "erkennen, dat er ook gevallen zijn, waar ondanks veel gebed en geloof, geen genezing volgt"(8)
Als genezing een integraal onderdeel uitmaakt van de verzoening, zul je inderdaad de vraag moeten beantwoorden, waarom niet iedereen bij de bekering al geneest.
De Bijbel zelf maakt echter een veel genuanceerder benadering van genezing mogelijk.
Dr K.J. Kraan (9) geeft de pinksterbeweging in overweging om genezing meer uit de opstanding en de verheerlijking te benaderen. Genezing is volgens hem wel begrepen in de verzoening, maar dan op de wijze zoals onze heiliging dit is. Zowel heiliging als genezing zijn in beginsel begrepen in de verzoening, maar worden in dit aardse bestaan niet volledig werkelijkheid.
Dr D. Petts (10) vindt dat het uitgangspunt van genezing in de verzoening opnieuw geformuleerd moet worden. Hij brengt genezing vooral in verbinding met het werk van Gods Geest. Genezing is alleen op indirecte wijze in de verzoening begrepen. De uiteindelijke uitwerking van de overwinning van Christus wordt pas zichtbaar bij de wederkomst. Gelovigen krijgen nu al een voorschot op de erfenis.
In de synoptische evangeliën is genezing naar mijn mening in de eerste plaats een teken van het komende Koninkrijk. Ook wij doen er goed aan, genezing te beschouwen als voorschot op het komende Koninkrijk van God. Dat roept minder vragen op dan wanneer we genezing in de eerste plaats benaderen vanuit de verzoening.
Er is geen principieel verschil tussen "wonderbaarlijke" genezing en "natuurlijke" genezing. Absolute medische uitspraken zijn meestal niet mogelijk. Medische kennis bestaat namelijk voor een groot deel uit statistieken. Voorspellingen over het verloop van een ziekte kun je alleen doen voor grote groepen. In een individueel geval zijn absolute uitspraken onmogelijk. Je kunt nooit zeggen, of iemand door de behandeling of ondanks de behandeling genezen is. Of iemand nou door het gebed of ondanks het gebed genezen is.
In wezen doet het er mijns inziens niet toe waardoor de genezing is bewerkstelligd.
Als iemand van klachten of beperkingen verlost wordt en hij verheerlijkt God, is er een teken van het Koninkrijk opgericht en mogen we God danken.
Wanneer je gelooft, dat God ons ook "krankheid" toebedeelt, maar daar het goede met ons mee voorheeft, kun je je afvragen, of het wel goed is om van die krankheid af te komen. Moet ik er niet in berusten?
Anderzijds, als het Gods wil is dat wij genezen, als ziekte een deel is van de vloek van de schepping, mogen we daar dan wel in berusten? (11)
De vraag of je ziekte nou moet aanvaarden, of er juist tegen moet strijden, is in zijn algemeenheid nauwelijks te beantwoorden.
Als iemand broodmager in een laatste stadium van kanker verkeert, is het misschien maar goed dat hij zich voorbereidt op een naderend afscheid. Als iemand een angststoornis heeft die hem invalide maakt, doet hij er goed aan de strijd aan te binden.
Ik denk aan mijn lieve broeder A. Hij had zo'n vrede in zijn hart, nadat hij gehoord had dat hij kanker had en dood zou gaan. Hij had eigenlijk maar één probleem, dat waren zijn broeders en zusters. Die vonden dat hij daar geen vrede mee mocht hebben, maar moest strijden en overwinnen!
Ik verzeker u, dat het sterfbed van A veel meer door rust gekenmerkt werd, dan dat van broeder B, die, uitgemergeld en weggeteerd als hij was, bleef zeggen, dat God hem zou genezen, God zou het zo niet laten aflopen…….
Hoe hier mee om te gaan in het pastoraat?
In het pastoraat gaat het vooral om de relatie. Vandaar uit kunnen we beschrijven welke opstelling van "cliënt" en pastor de genezing bevorderen. Het zijn aan de kant van de cliënt Houding, Motivatie en Verwachting, en aan de kant van de pastor Empathie, Echtheid en Acceptatie (warmte). (12)
Houding, Motivatie en Verwachting.
We kunnen meer resultaat van welke therapie ook verwachten, als de cliënt zich meewerkend opstelt, als hij gemotiveerd is om te doen wat de therapie van hem vraagt, en als therapeut en cliënt veel van de therapie verwachten. Iemand die helemaal niets van de dokter verwacht zal minder goed op medicijnen reageren. Anderzijds zijn het juist de kwakzalvers die het de patiënt verwijten als de therapie niet helpt. We zullen heel terughoudend moeten zijn met het doen van een beroep op Motivatie, Houding en Verwachting. We mogen zieken wel vertellen wat een geweldige Heer we hebben. Maar we mogen mensen niet in een kramptoestand brengen.
Empathie, echtheid en acceptatie.
Samenvatting: Vanuit het enthousiasme over de wonderen die men zag gebeuren, hebben sommigen in het verleden een extreme visie op genezing ontwikkeld. Dit extremisme heeft met name chronisch en ongeneeslijk zieken veel leed berokkend.
Ziekte en dood zijn niet weg te denken uit de door de zonde aangetaste schepping. Genezing moet daarom niet eenzijdig benaderd worden vanuit de leer van de verzoening, maar kan gezien worden als teken van het komende Koninkrijk. Door er op toe te zien, dat empathie, echtheid en acceptatie niet ontbreken in ons omgaan met zieken, voorkomen we schade en scheppen we condities voor herstel.
Koos de Geest, Apeldoorn juni 2000