NAAR EEN TWEEDE CONCILIE VAN JERUZALEM

Kees Slijkerman

De samenstelling van het wereldwijde christendom is zeer ingrijpend aan het veranderen. De enorme groei van de Pinksterbeweging in de 'derde wereld', de opkomst van migrantenkerken en leegloop van andere kerken in de Westerse wereld veroorzaken grote verschuivingen. Maar wellicht nog veel ingrijpender is de enorme groei van het aantal Messias-belijdende Joden. Dat zijn Joden die Jezus van Nazaret erkennen als de Messias van Israël, en die samen Messias-belijdende gemeenschappen vormen. Tijdens de RELaY-conferentie, 3-7 maart 1999 in Helvoirt, vertelde de r.k. diaken Johannes Fichtenbauer uit Oostenrijk en de bekende priester-theoloog Peter Hocken uit Engeland hierover verbazingwekkende dingen.

messiaanse joden

De beweging van Messias-belijdende Joden is uiteraard begonnen met Jezus zelf, en met de Joden die in Hem gingen geloven: Maria, Jozef, Petrus, Johannes, de 120 in het Cenakel, de 3000 die zich op de eerste Pinksterdag lieten dopen, de 5000 die in Handelingen 4,4 reeds worden genoemd, enzovoort. De kerk van Jezus Christus bestond in het begin vrijwel geheel uit Joden. Zij lazen de Wet, de Profeten en de Geschriften, en zij concludeerden dat Jezus van Nazaret de langverwachte messias van Israël was (vgl. Lucas 24,44-45; Handelingen 17,11).

Later kwamen ook mensen uit de andere volken (de heidenvolken) tot geloof in Jezus Christus. Dat bracht de jonge Kerk tot de vraag of die christenen uit de heidenen nu ook de hele joodse wet moesten gaan onderhouden (zie Handelingen 15). Tijdens het eerste concilie van Jeruzalem werd deze vraag besproken en besloot men ruimte te maken voor christenen uit de heidenen, zonder hen te verplichten de hel joodse wet te onderhouden. De heiden-christenen werden als wilde loten geënt op de edele olijfboom, d.i. het volk Israël. Ze namen de plaats in van díe Joden die Jezus níet als de Messias aanvaardden. Paulus schrijft dit in Romeinen 11. En hij waarschuwt die heiden-christenen dat ze zich niet mogen verheffen boven die weggebroken takken (Romeinen 11,17-25). Maar helaas, dat gebeurde wel.

toen ging het mis

Toen de heiden-christenen royaal in de meerderheid waren, is er iets grondig mis gegaan. Het 'geworteld zijn in het volk Israël' werd ondergraven. Er kwam in Nicea een concilie bijeen zonder één bisschop uit de Joden. De keizer koppelde de paasdagen los van het joodse paasfeest, met instemming van de bisschoppen uit de heiden-christenen. En tenslotte werd er zelfs een wet ingevoerd die bepaalde dat Joden die christen werden, al hun joodse gebruiken moesten afzweren. De Joden werden in de loop van de eeuwen door christenen vervolgd.

nieuw begin

Rond het begin van de twintigste eeuw waren er joodse rabbijnen en protestantse predikanten die, onafhankelijk van elkaar, begonnen te beseffen dat er in het vroege christendom iets is gebeurd dat opnieuw moest worden overdacht. Deels door bovennatuurlijke openbaringen, zei Fichtenbauer, kwamen rabbijnen tot het geloof dat Jezus van Nazaret - zoon van David - de messias van Israël was. Het werd een nieuw begin van een groep Messiaanse Joden, in het land dat nu Palestina heette, en in Groot-Brittannië, de Verenigde Staten, Frankrijk.

In 1948 zijn ze aanvankelijk uit Israël gevlucht, want voor de overige Joden waren ze staatsvijand no. 1. Later zijn ze teruggekeerd en wereldwijd zijn ze nu gegroeid (m.n. ook in de voormalige Oostbloklanden) tot een aantal van meer dan 300.000. Sommigen schatten het aantal reeds op een half miljoen.

reactie van kardinalen

De r.k. diaken Fichtenbauer, reeds jaren actief voor verzoening tussen christenen, werd in 1996 vanuit Amerika opgebeld door mensen die hij niet kende: leiders van Messiaanse Joden. Hij regelde voor hen een serie ontmoetingen met christenen uit de heidenen, en ook met zijn bisschop, kardinaal Schönborn.

De bisschop had twintig minuten gereserveerd, maar het werden drie (bijzondere) uren. Deze leiders van Messiaanse Joden konden hun verhaal vertellen en ook de bisschop, die zelf Joods bloed heeft, was zeer openhartig. Wat de bisschop aan het einde concludeerde kwam hierop neer: als jullie zijn wie jullie zeggen dat je bent en als dit allemaal waar is, dan betekent dit dat Jezus komt (vgl. Romeinen 11,25). Hij benoemde Fichtenbauer tot zijn contactpersoon met de Messiaanse Joden.

Later was er ook een ontmoeting met een andere kardinaal. Ook deze reageerde in de trant van: als dit waar is dan heeft dat eschatologische betekenis en dan moet de Kerk er een band mee aangaan, ook al zal dat voor de orthodoxe Joden heel moeilijk zijn.

virus van vervangingsleer

Father Hocken merkte op dat het Tweede Vaticaans Concilie in 1965 in de verklaring 'Nostra aetate' tot een geheel nieuwe houding t.o.v. de Joden kwam. (De holocaust heeft de christenen wakker geschud.) Zeer opvallend is dat het concilie hier niet verwijst naar uitspraken van kerkvaders, wat in alle andere documenten van Vaticanum II juist veel gedaan wordt. Er wordt alleen geciteerd uit de Bijbel, vooral Romeinen 11. In de tijd van de kerkvaders was het zicht op de edele olijfboom reeds vertroebeld en ging men verkondigen dat de Kerk het volk Israël heeft vervangen. Deze vervangingsleer is onder christenen nog wijd verbreid, maar is niet meer het officiële standpunt van de Kerk.

Volgens Hocken is die vervangingsleer ook een virus in de Kerkgeschiedenis geworden, een excuus voor afsplitsingen. De R.K. Kerk had gezegd: het Joodse volk is voorgoed verworpen, wij zijn het nieuwe Israël. Protestanten zeiden: de R.K. Kerk is dood, wij zijn nu de Kerk van Jezus Christus. Gereformeerden die zich verzetten tegen de verwording van de Hervormde Kerk in de vorige eeuw zeiden: wij zijn nu de voortzetting van de enige ware Kerk. En zo ontstaan op basis van die vervangingsleer nog steeds nieuwe kerkgenootschappen.

de weg van verzoening

Als we in deze keten van splitsingen in de Kerkgeschiedenis teruggaan, dan komen we weer bij die breuk met de Joden. Daarom is het van enorme betekenis dat de R.K. Kerk dit jaar wil komen tot openbare schuldbelijdenis van alles wat ze in de loop der eeuwen tegen de Joden heeft gedaan. De paus wil dit en heeft een onderzoek laten starten dat alle feiten boven tafel moet halen. In het Vaticaan zijn echter ook mensen die dit dwaas vinden, zei Hocken. Die voelen deze bui al hangen: als we onze zonden tegenover de Joden hebben beleden, dan moeten we straks hetzelfde doen tegenover orthodoxe christenen, protestanten, pinksterchristenen, e.a.

Als we als katholieken ons niet langer blindstaren op de zonden die zij tegen ons hebben begaan, maar nederig belijden wat wíj fout hebben gedaan, dan kon daar wel eens de sleutel naar verzoening en eenheid tussen alle christenen liggen. En dát is wat onze Vader in de hemel juist wil. Dat is waarvoor Jezus in de hemel bidt.

alle christenen naar jeruzalem

Nu er 300.000 Joden zijn die in Jezus Christus geloven, kan ik Romeinen 11 beter begrijpen. Want als er nauwelijks Joden zijn die in Jezus geloven, kan ik me moeilijk indenken hoe die boom er uitziet waarop de heiden-christenen geënt zijn. Getalsmatig lijken die wilde olijftakken (heiden-christenen) en ook die weggebroken takken (Joden die niet in Jezus geloven) veel omvangrijker dan de hele boom.

Zoals al uit de eerste reactie van die kardinalen bleek, moet de Kerk tot een houding komen t.o.v. de Messiaanse Joden, die overigens niet een homogene groep zijn. Volgens Fichtenbauer zijn het tal van zelfstandige groepen waarin ook heel veel splitsingen zijn. Zelf maken hij en father Hocken nu deel uit van een groep die uit zeven leiders van Messiaanse Joden en zeven vertegenwoordigers van de christenen uit de heidenen bestaat. Zij zijn al meerdere keren samengekomen om, geleid door de Geest, voor verzoening te bidden. Ze bidden juist op de historische plaatsen waar het is misgegaan: in Spanje, in Nicea,… Ze hebben er gebeden en gehuild, heel veel gehuild, om de zwartste bladzijden uit de Kerkgeschiedenis.

Ze spreken met de leiding van bestaande kerken. En hun aandacht gaat nu uit naar een tweede concilie in Jeruzalem. Dat kunnen ze niet zelf bijeen roepen, maar ze bidden er voor en spreken er over. Daartoe waren ze in april 1999 veertien dagen in Israël. In dat concilie zou de omgekeerde vraag van het eerste concilie besproken moeten worden. Het tweede concilie van Jeruzalem zou aan Messiaanse Joden de ruimte moeten geven om mede-christen te zijn, zonder hun te vragen rooms-katholiek te worden, of orthodox, of protestant, of…

Uit: het tijdschrift Bouwen aan de Nieuwe Aarde, juli-augustus 1999

Meer informatie: www.TJCII.org